De Tweede Berg
De Tweede Berg
Sta jij op je eerste of tweede berg?
Draait het leven om jou – of om anderen?
Gaat het om succes – of om betekenis?
De eerste of de tweede berg?
Op de eerste berg moeten we allemaal bepaalde levenstaken uitvoeren: we gaan op zoek naar een identiteit, maken ons los van onze ouders, ontwikkelen onze talenten, bouwen een zeker ego op en proberen een stempel op de wereld te drukken. De doelen op die eerste berg zijn de normale doelen in onze cultuur – om een succes te zijn, om in aanzien te staan, om in de juiste sociale kringen te worden uitgenodigd en om persoonlijk geluk te ervaren.
Dan gebeurt er iets.
Sommige mensen bereiken de top van die eerste berg, proeven succes en vinden het… onbevredigend.
Andere mensen worden door een tegenslag van die berg gekegeld. Plotseling ziet het leven er niet meer uit als een gestage beklimming van de berg van succes, het heeft een andere en meer teleurstellende vorm gekregen.
Voor nog weer anderen gebeurt er iets onverwacht dat hen uit het lood slaat.
Geconfronteerd met dit soort lijden verstijven sommigen. Ze lijken banger en bozer. Maar anderen brengt dit dal succes. Ze zien dieper in zichzelf en beseffen dat er in de onderlaag vanuit alle gevoelige plekken een fundamenteel vermogen vloeit om te geven om anderen, een verlangen om het zelf te overstijgen en zich om anderen te bekommeren. En als ze dit verlangen tegenkomen zijn ze gereed om een nieuw mens te worden. Op dit punt beseffen mensen: o, die eerste berg was helemaal niet mijn berg. Er is nog een andere, grotere berg die echt mijn berg is.
Het leven op de tweede berg
Er zijn veel soorten tweede-bergmensen – mannen en vrouwen wier leven wordt bepaald door diepe verbintenissen. Je vindt hen in het bedrijfsleven, in het onderwijs, de kunsten, het leger. Ze staan dwars op de cultuur van individualisme en isolement. Hun dagelijkse bezigheden staan in contact met hun uiteindelijke doelen.
Wat opvalt bij mensen op de tweede berg, is een verschuiving in drijfveren. Hun verlangens zijn veranderd. Er zijn zes lagen van verlangens: materieel genot, ego-genot, intellectueel genot, generativiteit, vervulde liefde en transcendentie. Sociale wetenschappers leggen vaak de nadruk op de eerste twee verlangens. Vaak gaan we ervan uit dat het eigenbelang het voornaamste verlangen van het leven is en dat dienstbaarheid ten aanzien van anderen de kers op de taart is. Maar als je echt kijkt naar de wereld om je heen dan zie je dat liefhebbende zorg niet iets is wat zich in de marge van de samenleving afspeelt. Het vormt het fundament van de samenleving. Deze gemeenschapsbouwers worden voornamelijk gedreven door verlangen vier tot en met zes – door emotionele, spirituele en morele beweegredenen.
Deze mensen zijn somewheres (‘ergensmensen’), geen anywheres (‘overalmensen’); het zijn mensen die in een lokale gemeenschap leven, geen kosmopolieten. Ze voelen zich verbonden met een bepaalde plek, een stukje grond. Ze nemen verantwoordelijkheid. Deze gemeenschapsbouwers zien mensen en hun behoeftes. Reageren gaat hun natuurlijk af. Ze zouden zichzelf niet herkennen als ze niet deden wat ze doen. Het is een paradox dat wanneer mensen zichzelf vinden, ze vaak het gevoel hebben dat ze zichzelf loslaten en overgeven. Op dat moment laat je gewoon het stuur los. Je houdt op met vragen: wat wil ik? En begint te vragen: wat vraagt het leven van me? Je antwoordt, je reageert.
Mensen op de tweede berg zijn uiterst relationeel. Ze worden gedreven om met anderen diepe relaties aan te gaan, om hun honger naar verbondenheid te stillen en omdat ze geloven dat verandering komt met het verdiepen van relaties. Gemeenschapsbouwers geloven ook in radicale wederkerigheid. De idee dat sommige mensen alles op orde hebben en dat andere mislukkingen zijn, verwerpen ze volkomen. ‘Liefdadigheid’ is het ultieme vieze woord. We zijn allemaal gelijk en we hebben elkaar allemaal nodig.
Meer informatie over de zoektocht naar een zinvol leven vind je in De tweede berg van David Brooks.